Tool: Inchecken

Inchecken…

  • Schept verbinding.
  • Zorgt voor erkenning.
  • Geeft een idee over waar mensen mee bezig zijn buiten de bijeenkomst.
  • Toont wat er leeft in de kamer aan onderwerpen en energie.
  • Erkent en egaliseert de bestaande rangorde.
  • Werkt empowerend.
  • Geeft inzicht in de weerstandslijn.

Je gebruikt inchecken:

  • Bij de start van een bijeenkomst.
  • Regelmatig of eenmalig.
  • In een kleine of grote groep, met 2 of met jezelf.

1

Je gaat in een cirkel zitten.

2

Zeg waarom je een check-in doet.

3

Je zegt hoe je een check-in doet.

  • Popcornstijl: wie er klaar voor is, popt op. Dat helpt om present te zijn bij wat anderen zeggen. En bij onszelf, bij wat we willen zeggen en wanneer dat passend is voor ons.
  • Delen en dumpen: je zegt wat je wil zeggen, niet meer of minder. Niemand zal je vragen stellen.

4

Je stelt de vragen, afhankelijk van de tijd die je hebt en de diepte van de check-in die je beoogt.

Voorbeelden:

  • Wie ben je en wat doe je?
  • Wat is voor jou van belang in de bijeenkomst vandaag?
  • Met welk gevoel ben jij hierheen gekomen vandaag?
  • Wil jij hier ook niet zijn?
  • Waar wil jij staan aan het einde van deze lesmodule?
  • Maakte je al kennis met… (deep democracy…)?
  • Wat heb jij achtergelaten om hier te kunnen zijn?
  • Hoe kijk je naar diversiteit in onze school?
  • Welke droom heb je over samenwerken in deze klasgroep?
  • Als je morgen opstaat en alles is ten goede veranderd: hoe is dat dan?

5

Jij gaat eerst.

De tijd die jij neemt en wat je vertelt, zal voor de andere deelnemers model staan voor wat zij kunnen inbrengen.

6

Je luistert met interesse en neutraal.

7

Je maakt een synthese.

  • Van alles wat er gezegd is of van een deel (bv. de verwachtingen).
  • Geef de meerderheids- en de minderheidsstem weer.
  • Benoem alle rollen: dat noemen we superluisteren. Je kunt luisteren naar vier soorten rollen:
    1. meningen, opinies en overtuigingen;
    2. emoties;
    3. lichamelijke symptomen;
    4. archetypische rollen.